Interviews
03.06.20

Lene ter Haar over grensoverschrijdende cultuursamenwerking: “Er zou nog veel meer kunnen”

Cultuurwetenschapper met grensoverschrijdende samenwerking in het bloed. Dat is Lene ter Haar, senior medewerker cultuur en communicatie bij het Nederlandse consulaat-generaal in Düsseldorf, in één zin samengevat. Ze groeide op in München als dochter van een Nederlandse vader en een Duitse moeder en is al twintig jaar actief in verschillende functies in de culturele sector. Getriggerd door hoe kunst en cultuur ons hedendaags bestaan bespiegelen, analyseren, interpreteren en ook doorkruisen – en dat over de Nederlands-Duitse landsgrenzen heen. Een interview met deze bezige bij.

 

“Ik ben in München opgegroeid met een Nederlandse vader en een Duitse moeder. Daarom heb ik ook een dubbele nationaliteit. In de jaren 90, toen ik op de middelbare school zat, nodigde mijn vader al Nederlandse schrijvers uit om lezingen in München te geven. Ik herinner me nog goed een lezing van Cees Noteboom, of een keer bij de Chinees achteraf met Connie Palmen. Grappig dat ik nu toevallig op een soortgelijk spoor zit.”

Wat zijn uw belangrijkste taken als senior medewerker cultuur en communicatie bij het Nederlandse consulaat-generaal in Düsseldorf?

“Ik heb een aanjagersfunctie voor de Duits-Nederlandse culturele uitwisseling, met een focus op beeldende kunst, literatuur en creatieve economie, in nauwe samenwerking met de Nederlandse ambassade in Berlijn en het consulaat-generaal in München. Ook adviseer ik het consulaat-generaal in Düsseldorf met betrekking tot communicatie. Het is mijn taak om de afstand die er wel degelijk is, te overbruggen.”

“Concreet vul ik mijn dag met het opbouwen van netwerken in het ambtsgebied van het consulaat-generaal in Düsseldorf – grofweg tussen Bremen en Saarbrücken –, met het initiëren en faciliteren van uitwisseling en met het agenderen van innovatieve ontwikkelingen op cultureel gebied aan beide kanten van de grens. Onderzoek naar best practices en briljante cultuuruitingen in Nederland hoort er ook bij. Ook beoordeel ik subsidieaanvragen die via onze cultuursubsidieregeling binnenkomen. Bovendien ligt er intern, op het consulaat-generaal in Düsseldorf, een belangrijke taak om cultuur als belangrijk beleidsterrein te vertegenwoordigen en culturele ontwikkelingen binnen de grotere dynamiek van buitenlandse zaken een plek te geven.”

Wat vindt u het leukste aspect van grensoverschrijdende samenwerking?

““Een grens is een wens om verder te gaan”, zo luidt een Loesje-spreuk. Dat herken ik wel, zowel persoonlijk als vanuit mijn professie. Daar komt bij dat de van oudsher bestaande (culturele) verbindingen in het grensgebied door onze centraal georganiseerde staten allerminst vanzelfsprekend zijn. Als grensgebied heb je de keuze om je als periferie of – zoals men in Nederland weleens met een knipoog en een traan zegt – ‘Randland’ te definiëren, of om door middel van de samenwerking over de grens nieuwe centra te vormen. De Euregio’s doen dit al decennia met bravoure en er zijn inmiddels velen die het belang ervan onderkennen.”  

“Dit gebeurt echter niet vanzelf. Ik vind het prachtig om deze beweging op cultureel gebied aan te jagen en erover te communiceren. Op een gegeven moment ontstaat er in de samenwerking een moment waarop 1+1 = 3 wordt: je beseft dat er vanuit iedereens verschillen een nieuwe samenhorigheid ontstaat, waardoor het project én de deelnemers eraan groeien.”

“Ook is Duitsland méér dan alleen Berlijn: dat wordt weleens vergeten. Veel kansen voor Nederlandse kunstenaars en cultuurmakers liggen buiten de grote centra als Berlijn of Frankfurt: in 2019 waren Nederlandse cultuurmakers uit alle disciplines in meer dan 600 Duitse steden te gast. Veel kansen liggen in het directe grensgebied en zijn relatief dichtbij. Zo dichtbij zelfs dat je deze wel eens over het hoofd zou kunnen zien.”

U maakt deel uit van de jury ‘Kooperationsprojekte Benelux’ van Noordrijn-Westfalen. Kunt u hierover iets meer vertellen?

“Cultuur heeft een verbindende rol, en die is juist in deze tijd weer actueel en urgent. Dat wordt aan beide kanten van de grens onderschreven. De deelstaat Noordrijn-Westfalen ondersteunt daarom internationale culturele samenwerking, met een focus op Frankrijk, Polen en de Benelux. Ik zit als internationale expert in de jury – een hele eer! Twee keer per jaar worden aanvragen beoordeeld die via de Bezirksregierungen worden ingediend. Het is erg interessant om daar met een jury van drie experts en met behulp van advies van de specialisten van het ministerie van Cultuur van Noordrijn-Westfalen over te discussiëren. Afgelopen maand vond de vergadering vanwege corona voor het eerst digitaal plaats, en dat ging best goed. Alleen de lekkere Duitse broodjes bij de lunch moesten we missen… Ik verbaas me er wel over dat er niet meer aanvragen vanuit het grensgebied binnenkomen. Hier ligt mijns inziens zeker een kans!”

Kunt u een aantal actuele projecten noemen? Welk grensoverschrijdend cultuurproject was bijzonder geslaagd?

“Er speelt heel veel. Opmerkelijk is zeker het initiatief van de regio’s Aken en Maastricht voor een grensoverschrijdende museumkaart. Mijn laatste afspraak voor de coronalockdown was met prof. Christiane Vaessen, directrice van Zweckverband Aachen en tevens honorair consul voor Nederland, en prof. Hildegard Schneider, hoogleraar Europees recht aan de Universiteit van Maastricht en medeoprichter van het Instituut voor Transnationale en Euregionale Grensoverschrijdende Mobiliteit (ITEM). Onderwerp was het starten van een haalbaarheidsstudie naar een dergelijke kaart, aangezien de pilot Naar het museum! zeer positief is ontvangen. Ook de Rijksoverheid wil hieraan bijdragen. Hopelijk kan dit spoedig worden opgepakt en dit initiatief worden uitgerold over de hele grensstreek. In het Zuid-Duitse-Zwitserse-Franse grensgebied is een soortgelijke kaart al heel succesvol. Stel je voor dat er over twee jaar een vergelijkbare kaart is waarmee je grensoverschrijdend kan museumhoppen! Een prachtig initiatief voor burgers, maar ook voor de aantrekkelijkheid van de regio’s.”

“Daarnaast ben ik samen met Dutch Culture bezig met een verkenning van het subsidiestelsel voor culturele samenwerking. Welke mogelijkheden zijn er, waar zijn obstakels? Een ander pionierstraject waarbij ik betrokken ben, is het initiatief van de provincies Overijssel en Gelderland om met het Landschaftsverband Lippe tot een gezamenlijk cultuurbeleid te komen. Zó kom je echt een stap verder.”

Waar valt er op het gebied van grensoverschrijdende cultuursamenwerking wat u betreft nog terrein te winnen?

“Er is behoefte aan het verdiepen en duurzaam verstevigen van het netwerk en de contacten die tijdens ontmoetingen en kennismakingen zijn opgedaan. Dat geldt ook voor het delen en uitwisselen van kennis, met name vanuit de meer decentrale gebieden. Daarnaast experimenteren we, naast de incidentele projectsubsidies, met de inzet van langer durende, inhoudelijke en in die zin duurzame projecten. Een jaarlijks terugkerende literatuurreeks bij het Literaturhaus Köln bijvoorbeeld, ‘Köln am Meer’, of een serie discussies onder de naam ‘Diverse Gespräche’. Een grensoverschrijdende cultuurmanifestatie zoals het Schrittmacher Festival Heerlen/Aken of het Münsterland Festival dat gedeeltelijk zijn, is natuurlijk mooi. Maar er zou nog veel meer kunnen.”

Wat zijn volgens u belangrijke voorwaarden voor een goede cultuursamenwerking tussen Nederland en Duitsland?

“Op tijd en met open vizier met elkaar in gesprek gaan. Een goede voorbereiding en het onderkennen van elkaars verschillen. In vergelijking met Nederland is cultuur in Duitsland een ‘slow business’. Men hecht aan goede voorbereiding, persoonlijk contact en een gezamenlijk vormgegeven inhoudelijk traject gebaseerd op vertrouwen en een gedeelde inhoudelijke visie. ‘Even’ een mailtje sturen een week voor een opening werkt daar meestal averechts. Naast vele positieve verhalen zijn er ook tal van voorbeelden waar de communicatie als gevolg van cultuurverschillen opeens spaak loopt. Vaak is dat het moment dat er met het consulaat-generaal contact wordt gezocht. Dat geldt trouwens niet alleen voor cultuur, maar voor alle beleidsterreinen. De ‘Deutschlandbeauftragten’ van het consulaat-generaal in Düsseldorf spelen hier een belangrijke rol in.”

“Een prachtig concept vind ik wat Duitsers ‘kulturelle Bildung’ noemen. Cultuur is in dezen een onmisbaar onderdeel van de algemene opvoeding en van de persoonlijke ontwikkeling. Dat merk je in Duitsland aan alles. Zo speelt cultuur tevens een belangrijke rol in de politiek. Dat blijkt ook weer tijdens de coronacrisis. Zo hield Bondspresident Walter Steinmeier een welkomstwoord toen de Berlijnse ‘Philharmoniker’ op 1 mei voor het eerst na de coronalockdown weer optraden. Of dat er gesproken wordt over een ‘Konjunkturpaket für die Kultur’ en bondskanselier Angela Merkel op 9 mei 2020 in haar videopodcast cultuur een plek helemaal boven aan de prioriteitenlijst geeft.”

Vragen, opmerkingen of reacties op dit interview? Lene ter Haar is blij met de feedback.