Consul-generaal Hannah Tijmes: “De Nederlands-Duitse samenwerking gaat gepaard met veel positieve energie”
Sinds iets meer dan een halfjaar zwaait Hannah Tijmes de scepter als consul-generaal in Düsseldorf. Van meet af aan ging ze daarbij met volle kracht vooruit en legde talloze kennismakingsbezoeken af, met name in Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. In een interview met Grenspost Düsseldorf blikt ze terug op de eerste inspirerende, intensieve zes maanden, waarin ze stuitte op veel respect, waardering en interesse voor Nederland. Ook ontdekte ze een nieuwe liefde: de weelde aan historische tijdschriften die in Duitsland wordt uitgegeven.
U bent nu een halfjaar consul-generaal. Hoe waren de eerste maanden in uw nieuwe functie en hoe bevallen alle kennismakingsbezoeken?
Een van mijn vroegere bazen zei altijd: “Na een halfjaar kun je niet meer zeggen dat je nieuw bent, dan moet je het echt wel in de vingers hebben”. Als ik nu terugkijk, kan ik zeggen dat ik een inspirerende, maar ook pittige tijd achter de rug heb. Ik ging meteen met volle kracht vooruit, ook omdat het bezoek van de Koning op handen was en er daarvoor al diverse kennismakingsbezoeken gepland stonden. Wat ik fantastisch vond en vind, is de grote interesse en waardering die mijn gesprekspartners voor Nederland hebben. Dat is een kostbaar bezit waarop we zuinig moeten zijn; dat moet goed onderhouden worden. Daarbij gaat het dan niet alleen om de zakelijke waardering voor bijvoorbeeld de Nederlandse doortastendheid of de mate van digitalisering, die zakelijke waardering wordt omlijst door bijvoorbeeld goede herinneringen die mijn contacten bewaren aan vakanties in Nederland in de jeugdjaren. De Nederlands-Duitse samenwerking gaat gepaard met veel positieve energie en het is fantastisch om daarmee te mogen werken.
Hoe ziet u uw rol?
Ik zie het als nuttig en noodzakelijk om elkaars sterke kanten naar voren te halen en te onderzoeken hoe we elkaar daarin kunnen aanvullen. In die aanvulling zit natuurlijk heel veel potentieel en mijn rol op deze post zit in het bij elkaar brengen daarvan. Er is een groot aantal samenwerkingsdossiers die allemaal onderhouden en uitgebouwd kunnen worden. Wij kunnen veel van Duitsland leren – en we kunnen Duitsland ook iets brengen. Als we het handig aanpakken, zijn we complementair en zijn we samen sterker. Mijn rol begint bij het laten zien dat ik belangstelling heb voor het gastland, van daaruit kan ik verder bouwen. Zo ben ik bijvoorbeeld wel drie dagen carnaval gaan vieren in Düsseldorf, ook al ben ik niet katholiek en kom ik niet uit een carnavalsregio. Ik wilde dat gewoon meemaken. En ik merk ook hoezeer het gewaardeerd wordt als je je best doet om de ander te leren kennen.
In oktober, toen ik net in Düsseldorf was begonnen, hebben we ons ook meteen ondergedompeld in het culturele leven. Toen organiseerde de Deutsche Oper am Rhein hier aan de Rijn een openluchtvoorstelling op een groot grasveld. Stellen, gezinnen, opa’s en oma’s met kleinkinderen: iedereen kwam hier met een picknickkleed en picknickmand luisteren naar nummers uit allerlei bekende opera’s. Mijn man en ik besloten ook te gaan en hebben met volle teugen genoten. En we bleken toch iets meer van opera te weten dan we dachten.
Het consulaat heeft meerdere grote thema’s om op te pakken. Welke draagt u het meest een warm hart toe? Wat hoopt u over vier jaar te hebben bereikt?
Al mijn dossiers zijn me even lief. Ik zie overal het potentieel en het nut van in: het streven naar een 360 graden arbeidsmarkt en het faciliteren van grenspendel, veiligheid, circulariteit, energie, mobiliteit, economische samenwerking… Ik vind ze allemaal even interessant. Maar als je uitzoomt, dan vind ik samenwerken om de Energiewende voor elkaar te krijgen een heel bijzonder dossier. Het is cruciaal voor onze toekomst dat dat lukt.
Heeft u een persoonlijke link met Duitsland?
Heel vaak vragen mensen mij hoopvol of ik uit het grensgebied kom. En die vraag moet ik met nee beantwoorden. Mijn belangstelling voor Duitsland is door de jaren heen gegroeid. Ik werk al mijn hele werkzame leven bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Mijn natuurlijke neiging was lange tijd toch een beetje om met de rug naar het vasteland te staan en over de zee uit te kijken om te zien wat er daar allemaal te doen is. Nederland is tenslotte van oudsher een maritieme natie. Pakweg tien jaar geleden kwam ik echter tot het besef dat er achter die rug ook van alles gebeurt dat belangrijk, interessant en leuk voor Nederland is, en het was vreemd dat ik daar als toegewijd diplomate eigenlijk weinig van af wist. Toen ben ik op eigen initiatief Duits gaan leren, bijgestaan door een inspirerende lerares die me meenam in de wereld van de moderne Duitse literatuur. Om mijn Duits te oefenen ging ik samen met mijn man en kinderen naar Berlijn en bezocht ook andere plekken in Duitsland. Een aantal jaar later stonden de planeten op één lijn, was ik aan overplaatsing toe en kwam de functie van consul-generaal in Düsseldorf vrij. Toen viel alles op zijn plek.
Wat vindt u tot nu toe het leukst aan uw functie?
Wat ik vooral aantrekkelijk vind, is dat de functie mij in staat stelt om een hele concrete bijdrage te leveren aan de Nederlands-Duitse samenwerking. Ik hoef me nooit af te vragen of mijn werk betekenis heeft. Het maakt heel veel uit in de persoonlijke levens van mensen of ze bijvoorbeeld probleemloos kunnen gaan werken aan de andere kant van de grens. Of ze wel of niet in het buurland naar het ziekenhuis kunnen. De praktische kant oefent wel echt aantrekkingskracht op mij uit en dat is erg inspirerend en motiverend.
Hebt u de gedeputeerden en commissarissen van de Koning van de provincies al goed leren kennen? Hoe verloopt de samenwerking met de grensprovincies?
De collega’s van de grensprovincies zijn een deel van de week werkzaam op het consulaat. Dus de lijntjes zijn heel kort. Zij hebben mij de eerste maanden al heel snel mee op sleeptouw genomen naar hun commissarissen van de Koning, respectievelijk de Gouverneur. In februari heb ik deelgenomen aan de Grenslandreis van de noordelijke provincies naar Nedersaksen. Dat was een uitstekende gelegenheid om de commissarissen van de Koning en de ambtelijke staf nog beter te leren kennen. Als je een paar dagen echt samen op pad bent, heb je ook uitgebreid de gelegenheid om van ideeën, inzichten en kennis te wisselen. Daar heb ik de provincies echt goed leren kennen en heb ik hopelijk een duidelijk signaal kunnen afgeven dat ik er ook voor hen ben. Ik kijk ernaar uit om die lijn verder door te trekken.
Heeft u een favoriet Duits boek, favoriete Duitstalige muziek of een favoriete Duitse film?
Sinds ik in Düsseldorf woon, heb ik een nieuwe liefde ontdekt: een passie voor historische tijdschriften. Als je bijvoorbeeld naar een kiosk gaat op het station, dan vind je daar een keur aan historische tijdschriften die aan een bepaald thema zijn gewijd; soms politiek-historisch, soms maatschappelijk-historisch. Mijn laatste aanwinst is een tijdschrift over de Duitse identiteit. Dat is echt koren op mijn molen. Ik leer daar heel veel Duits van, spijker mijn geschiedkundige kennis over Duitsland bij en het helpt mij om onze oosterburen nog veel beter te begrijpen. Dat is echt een win-winsituatie en ik vind het ook ontzettend leuk. Dus altijd als ik in de trein zit sleep ik weer een tijdschrift mee, lees ik weer een stukje en kan er op een later tijdstip weer mee verder. Ik ben overigens geen historicus, maar geograaf, en dit is echt een nieuwe hobby. En als ik weer wat meer tijd heb, ga ik ook zeker weer Duitse literatuur lezen of naar de film. Ik houd me aanbevolen voor tips!