Mastodon
Interviews
21.07.25

Grensregio’s als proeftuin van Europa: Alex Friedrich over zorgpreventie, innovatie en wederzijds leren

Alex Friedrich is arts-microbioloog en ziekenhuisbestuurder – én grensdenker pur sang. Sinds 2022 is hij medisch directeur en voorzitter van de Raad van Bestuur van het Universitätsklinikum Münster (UKM). Daarvoor werkte hij meer dan elf jaar aan Nederlandse zijde van de grens, onder meer als hoofd medische microbiologie en infectiepreventie in het UMC Groningen. Zijn hele professionele leven speelt zich af in grensregio’s, en dat is geen toeval. “Ik ben een Europees ‘grenskind’”, zegt hij. “Niet specifiek van de Nederlands-Duitse grensregio, maar altijd woonachtig in grensgebieden tussen landen, zorgsystemen en perspectieven.”

Van Beieren en Oostenrijk en van West- en Oost-Duitsland, Portugal en Spanje tot Rhodos in Griekenland en Turkije: Friedrich zag van jongs af aan hoe grenzen niet alleen scheiden, maar vooral ook verbinden. Die ervaring vormt zijn denkwijze over samenwerking in de zorg, met name in de Euregio.

Grenzen als verbindende schakel

Voor Friedrich zijn grenzen geen barrières, maar een venster op de wereld. “Grensregio’s zijn plekken waar perspectieven samenkomen. Wie over de landsgrenzen heen kijkt, ziet andere oplossingen, mogelijkheden, systemen en manieren van werken – en kan daarvan leren.” Door de geringe afstand tot de grens zijn ze bij uitstek plekken waar innovatie kan ontstaan, vindt hij. “Je ziet iets aan de andere kant van de grens en gaat erover nadenken of het aan jouw kant van de grens ook zou kunnen werken. Als het matcht, kun je het in je eigen systeem implementeren. En als dat niet direct lukt, kan het alsnog als voorbeeld dienen. Grensregio’s zijn dan ‘good practice facilitators’.”

Friedrich maakt onderscheid tussen twee Europa’s: dat van de hoofdsteden, waar beleid en macht gecentraliseerd zijn, en dat van de grensregio’s, waar de praktijk en het leren van elkaar centraal staan. “In grensregio’s zie je wat echt werkt. En dat verspreidt zich vervolgens langzaam maar zeker als een olievlek verder het land in. Je hebt ze allebei nodig om iets voor elkaar te krijgen.” 

Leren over en weer

Friedrich spreekt uit ervaring. Zijn werkzaamheden aan beide kanten van de grens laten zien hoe leren van elkaar tot concrete verandering leidt. In Noord-Nederland werkte hij samen met collega’s aan de opzet van zorgnetwerken rond antibioticaresistentie. Die aanpak werd zo succesvol dat het landelijk beleid werd. Tijdens de coronapandemie bleken die netwerken bovendien cruciaal voor snelle en effectieve samenwerking, en zelfs voor de praktische uitwisseling van middelen als mondkapjes tussen Nedersaksen en Noord-Nederland. 
Die samenwerking toont ook de kwetsbaarheid van gesloten grenzen. “Als je de grenzen dichtgooit, maak je jezelf zwakker. Je ondermijnt de broodnodige veerkracht van Europa. Het probleem zit niet in de grens zelf, maar in het ontbreken van een gedeeld doel of beleid.”
Friedrich heeft ook waardevolle inzichten uit Nederland mee teruggenomen naar Duitsland. Bijvoorbeeld over verschillen in governance, preventie en integrale zorg. “Nederland moest eerder leren omgaan met beperkte zorgcapaciteit. Dat heeft geleid tot een bepaalde mindset, tot sterke netwerken, multidisciplinaire samenwerking en een preventiegerichte benadering. Duitsland staat nog veel meer aan het begin van die ontwikkeling.”

Innovatie vanuit de praktijk

De kern van Friedrichs visie: werkend over grenzen heen ontstaat innovatie. Dat geldt zeker in de zorg, waar systemen weliswaar verschillend zijn, maar de problemen vaak hetzelfde. “Je kunt pas echt vernieuwen als je de praktijk kent én ruimte hebt om te experimenteren. Preventie is daarbij een sleutel: die is aan minder regelgeving onderhevig, waardoor je innovatieve technologieën sneller kunt ontwikkelen en testen dan in de curatieve zorg. De regelgeving in de curatieve zorg voorkomt helaas vaak dat innovatie een hoge vlucht kan nemen, net als het daar vaak geldende devies ‘never change a winning team’.”
Hij schetst een toekomstbeeld waarin grensoverschrijdende communities samen aan hun gezondheid werken, bijvoorbeeld via een nieuwe generatie van wearables en implant-technology die in real time feedback geven over leefstijl. “Stel je voor: een groep burgers in Münster en een groep burgers in Enschede die met elkaar een sportieve competitie aangaan over wie zijn BMI of ‘sugar-free’ leefwijze het eerst en snelst verbetert. Dan wordt er niet alleen in ziekenhuizen gewerkt aan een goede gezondheid, maar ook in de samenleving. Dat is serious gaming met impact.”

Concrete samenwerking: BRIDGE, TECH.LAND en 360-graden zorg

Die visie vertaalt zich in tal van initiatieven. Zoals BRIDGE, een Interreg-project dat de zorgsystemen aan weerszijden van de grens in kaart brengt. “We kijken onder andere naar hoe we elkaar in crisissituaties kunnen ondersteunen, met medicijnen, personeel of infrastructuur.”
Daarnaast ligt er een Interreg-projectaanvraag rondom het terugdringen van medisch afval en het bevorderen van circulariteit in operatiekamers – onder leiding van Nederlandse partners zoals het Radboudumc. En dan is er nog TECH.LAND, een Nederlands-Duitse technologie-alliantie gericht op zes kernthema’s waarvan gezondheid en technologie er een is. Kennisinstellingen, bedrijven en zorginstellingen werken hier samen aan innovaties op het snijvlak van gezondheid en innovatieve technologie.
Binnen TECH.LAND ontwikkelt het UKM het concept van de ‘360-graden gezondheidsregio’ in de driehoek Noordrijn-Westfalen, Nederland en Nedersaksen. Friedrich: “We willen science, health en business hier in verschillende combinaties in een soort ecosysteem samenbrengen om hier vervolgens een preventiegedreven markt te creëren. Innovaties moeten leiden tot een gezondere bevolking – en tot het inzicht dat het bedrijfsleven niet alleen geld kan verdienen aan curatieve zorg, maar vooral ook aan preventieve zorg.”

Euregio als modelregio voor Europa

Friedrich hoopt dat grensregio’s hun voorbeeldfunctie nog zichtbaarder kunnen maken. “Ze zijn Europa in het klein, met alle complexiteit en potentie die daarbij hoort. Europa is op zijn best wanneer de grensregio’s met elkaar verweven zijn. Als het hier lukt, kan het elders ook.” Maar dat vraagt wel om een sterk Europees cohesiebeleid, om structurele ondersteuning en ruimte voor ontmoeting. “Mensen moeten elkaar kunnen ontmoeten, elkaars perspectief kunnen ervaren. Dan zie je pas echt welke meerwaarde samenwerking heeft.” De EUREGIO kan daarin een modelregio zijn. Een plek waar innovatie begint; niet ondanks de grens, maar dankzij. “Europa zou veel vaker van de grensregio moeten leren,” zegt Friedrich. “Want wat hier werkt, kan een blauwdruk zijn voor samenwerking en veerkracht elders op het continent.

Foto: UKM Münster