Interviews
04.10.23

Gedeputeerde Erwin Hoogland: “Echt persoonlijk contact levert beide zijden van de grens alleen maar winst op”

De nieuwe provinciale coalitieakkoorden liggen op tafel en de kersvers benoemde provinciale bestuurders zijn aan het werk. Sinds een kleine twee maanden zit oud-militair Erwin Hoogland in het zadel als gedeputeerde Regionale Economie en Internationale Betrekkingen van de Provincie Overijssel. Met in zijn portefeuille: grensoverschrijdende samenwerking. Want de Duitslandstrategie en alle bestaande Overijssels-Duitse samenwerkingsverbanden worden de komende vier jaar voortgezet – en verder verdiept. Een aspect dat bijzonder goed bij hem past, aangezien zijn link met Duitsland naar eigen zeggen ’een hele grote’ is.

U heeft tot begin juli 2023 verschillende functies binnen Defensie bekleed. Hoe bevalt de switch naar een baan als gedeputeerde voor de provincie Overijssel tot nu toe?

Daar kan ik kort over zijn: het werk bevalt me uitstekend. Ik doe het met heel veel plezier en het geeft me ook heel veel energie om deze functie op me te nemen. Ik kan inderdaad terugkijken op een lange en rijke carrière bij Defensie, die in juli van dit jaar is geëindigd. De overstap naar een functie als gedeputeerde was niet eens zo heel groot: ik heb al twee bestuursperiodes in de Provinciale Staten gezeten, zowel in Overijssel als in Zuid-Holland, dus ik ben bekend met de provinciale werkzaamheden. De afgelopen jaren werkte ik bij het ministerie van Defensie, in nauw contact met de minister, waardoor ik ook al het nodige inzicht heb gekregen in wat het betekent om bestuurlijk verantwoordelijk te zijn voor een aantal portefeuilles.

U komt uit een Almelose familie, bent geboren vlak bij Münster en opgegroeid in Hengelo, niet ver van de Duitse grens. Hoe is uw relatie met Duitsland?  

Duitsland vormt een belangrijke rode draad in mijn leven. Mijn wiegje stond in Alverskirchen, onder de rook van Münster. Dat kwam omdat mijn vader militair was, gestationeerd in Duitsland. Op mijn zeventiende ben ik zelf voor Defensie gaan werken en was een aantal keren gelegerd in Seedorf, tussen Bremen en Hamburg. Daarnaast was ik kwartiermaker van het Duits-Nederlandse legercorps in Münster en studeerde ik twee jaar aan de Führungsakademie van de Bundeswehr in Hamburg. Mijn oma was Duitse en ook mijn eerste vrouw was van Duitse afkomst. Mijn ouders woonden jarenlang in de buurt van Nordhorn, mijn jongste broer woont nog steeds in Grafschaft Bentheim en mijn kinderen zijn te vinden in de buurt van Hamburg. Mijn hele leven heeft zich altijd afgespeeld op de grens tussen Nederland en Duitsland. Zowel privé als zakelijk.

Een van de interessantste dingen vind ik dat je zowel aan Nederlandse als Duitse kant van de grens met Plattdeutsch uit de voeten kunt. Mijn moeder spreekt bijvoorbeeld niet echt ‘Hochdeutsch’, maar kan zich in plat dialect aan weerskanten van de grens uitstekend verstaanbaar maken. En wat je ook ziet, is dat de streekcultuur in beide landen niet zo heel veel van elkaar verschilt. In Twente spreken we over noabers, en dat geldt net zo voor Grafschaft Bentheim.

Er zijn best een aantal verschillen tussen Nederland en Duitsland. Welke vindt u het meest opvallend?

Een eerste klein maar fijn verschil is in mijn ogen dat Nederlanders over het algemeen de kantoordeur open hebben staan terwijl deze bij Duitsers meestal dicht is. Toen ik kwartiermaker was in Münster viel het me op dat Duitse collega’s ’s morgens bij aankomst heel vaak een hand gaven aan hun Nederlandse collega’s, terwijl Nederlanders bij binnenkomst vaak alleen ‘hoi’ riepen. En Nederlanders maken graag een praatje bij het koffiezetapparaat, terwijl Duitsers liever met een kop koffie achter hun bureau zitten.
Wat ik verder grappig vind is dat Duitsers altijd onder de indruk zijn als Nederlanders Duits praten en Nederlanders in zo’n gesprek denken dat ze goed Duits spreken, terwijl dat lang niet altijd het geval is. Duitsers streven dan wederom een soort perfectie na als ze Nederlands willen spreken, waardoor ze een beetje geremd zijn, terwijl Nederlanders er ook in het Duits gewoon op los praten.

Welke grensoverschrijdende onderwerpen staan er momenteel vooral op uw agenda? Welke prioriteit heeft grensoverschrijdende samenwerking voor u?

Het eerste wat we ons moeten realiseren is dat de Regio Twente, Regio Zwolle en de Stedendriehoek in Europese context te klein zijn om echt impact te kunnen maken. Daarom alleen al zullen we moeten samenwerken om gemeenschappelijke doelen op de Europese agenda te krijgen. En grensoverschrijdende samenwerking op economisch gebied is gewoon ontzettend belangrijk. Als we erin slagen om economische knooppunten over de landsgrenzen heen met elkaar te verbinden, wordt iedereen daar beter van. De komende vier jaar wil ik mij volop richten op de verdere verbetering daarvan. Dan denk ik aan startups, aan het mkb en aan familiebedrijven. Daar valt gewoon nog heel veel te winnen.

Welke grensoverschrijdende thema’s moeten er volgens u deze bestuursperiode worden aangepakt?

Het is mij en anderen aan deze en de andere kant van de grens al jarenlang een doorn in het oog dat mensen met een diploma uit het ene land niet zonder meer aan de slag kunnen in het andere land, terwijl er in bepaalde sectoren nijpende tekorten heersen. We praten altijd veel over vrij verkeer van personen, maar zodra het over werk, opleidingen en diplomaerkenning gaat, wordt dat toch opeens lastig. Een ander belangrijk thema de komende vier jaar is de omgang met klimaatadaptatie aan beide kanten van de grens. Daarnaast wil ik meer tijd en energie gaan steken in het verder versterken en verdiepen van de Overijsselse relaties met Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen.

En last but not least – en daar gaat het dan niet eens over de inhoud: het is wat mij betreft van het grootste belang dat we aan weerszijden van de grens een gevoel krijgen en respect hebben voor elkaars culturele verschillen. Dat lukt eigenlijk alleen echt goed als je investeert in echte persoonlijke contacten met de Duitse collega’s. Als je met elkaar een echte persoonlijke verbinding hebt, wordt het uiteindelijk veel gemakkelijker om met elkaar over de inhoud te spreken. Gezien de afstand kost dat gewoon tijd. Ik vind dat geen belasting: onder de streep levert dat voor alle partijen alleen maar winst op.

Foto: (c) Provincie Overijssel